donderdag 19 april 2012

Ontwikkelingsfasen, de opdracht

Opdracht
- Beargumenteer in welke ontwikkelingsfase volgens Parsons jullie 3 beeldbeschouwingen toepasbaar zijn.
- Formuleer bij de 3 beeldbeschouwingen vragen met deelvragen, die leiden tot een betekenis van het beeld.
- Verdeel de vragen onder in de 5 typen fases en vul de verwachte antwoorden in tot een lopende dialoog
- Vul de 3 beeldbeschouwingen aan op jullie blog met de beargumentatie voor de fase, de vragen en de antwoorden.

De 5 ontwikkelingsfases
Fase 1. Favoritisme. Sluit aan op de belevenis wereld. Kleuters.
Fase 2a. Ambachtelijke fase. Een kind kan langer bij het beeld blijven. Een kind kan een beeld herkennen en benoemen.
Fase 2b. Ambachtelijke fase. Beschouwer kan meer herkennen dan de basisvormen, letten op de details. Verbanden van het beeld herkennen.
Fase 3. Expressiviteit. Het beeld is niet meer volledig natuurgetrouw. Werkelijkheid is geabstraheert.
Fase 4. Formalisme. Gericht op de formele kwaliteit. De stijl. De beeldaspecten kun je benoemen. Je wilt weten wat de betekenis achter een beeld is.
Fase 5. Open Mind. Je moet veel  kennis hebben van contexten en betekenissen van stijlen. De betekenis van het beeld hangt af van de context waarin het gemaakt is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten